Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
werkloosheidsuitkering, stempelgeld
Van Dale 2016 online: BE
WNT: dopgeld, (geld van de) werkloosheidsuitkeering.
“Hê-je al uw dopgeld gekregen?” Biekorf (1933).
zie ook: doppen
Het dopgeld komt in het begin van de maand, enkele dagen nadat de dopkaart binnengebracht is.
bromvlieg, vlieg die haar eieren op vlees legt
< is de West-Vlaamse uitspraak van maneschijter; maan (made) = larve die het vlees bederft (De Bo)
zie ook dol, moaneschietter, ronker, rulder, mug
Die maneschieter werkt me op de zenuwen, ik hoor hem brommen maar telkens ik hem bijna kan doodmeppen ontsnapt hij weer.
bromvlieg
WNT: dol, dolvlieg, daas
> dul: Middelnederlands: krankzinnig, zot (Vlaanderen 1315)
In Z.-Ndl. benaming voor de blauwe vleeschvlieg en misschien ook voor andere soorten van ”bromvliegen”.
- Zacht Liet hij zijn bruintje stappen naer behagen; Sloeg soms ’nen dol, die ’t glanzig beest kwam plagen, Weg met een mei, v. beers, Jongelingsdr. 127 (1853).
zie ook: maneschijter, maneschieter, moaneschietter, ronker, rulder, mug
Er vliegt een vieze dol rond mijn eten.
bromvlieg, vlieg die haar eieren op vlees legt
< is de West-Vlaamse uitspraak van maneschijter; maan (made) = larve die het vlees bederft (De Bo)
zie ook dol, moaneschietter, ronker, rulder, mug
Die maneschieter werkt me op de zenuwen, ik hoor hem brommen maar telkens ik hem bijna kan doodmeppen ontsnapt hij weer.
aardappelmesje, patatscheller, patattenmes
Ik gebruik een petattenschelder om die appel fijn te schillen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
