Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(jongerentaal) iemand die verzint, bluft
zie ook spekken
- Mijn papa heeft wel ne Ferrari he!
- Ja, dat zal wel! Spekbeer!
iemand die verzint, bluft, spekt
syn.: spekker
zie ook spekken
> jongerentaal
- Mijn papa heeft wel ne Ferrari he!
- Ja, dat zal wel! Spekbeer!
snoepje – niet te verwarren met spekkies;
VD2014 online: gewestelijk suikerballetje
Etymologiebank:
uitsluitend in Vlaanderen gebruikelijk vrouwelijk woord voor ‘snoepje van gekookte suiker en/of stroop, babbelaar’, later ‘snoepje in het algemeen’:
West-Vlaams: spekke
Oost-Vlaams: spekke, spek
Moet ge nog ne spek hebben?
benaming voor ‘zacht’ snoepgoed, enigszins op spek gelijkend
zie ook ouwemeetjesvlees, nonnebillekes
Ik kan mij doodsnoepen aan meiskesvlees.
Meiskesvlees, ook spekken genoemd, bestaat meestal uit zeer zachte, wit en rozig gelaagde gom of gelatine.
naargelang de streek:
1. een luchtig gefrituurd soezenbeslag (vertaling van het Franse ‘pet de nonne’)
2. gebakken eiwitschuim (in West-Vlaanderen: nunneschete)
zie ook: meringue, blaasuit, schuimpje
In een uitzending van SOS Piet, heeft Piet Huysentruyt enkele mannen geleerd hoe ze nonnenscheten moesten maken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
