Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
snoep in de vorm van een kegeltje (rode of groene) hard van buiten, zacht van binnen door de geleiachtige siroop
zie ook: neuske, neuzeke, jeneverneus
Breng me van het snoepkraam eens een half pond neuzen mee.
demorgen.be: De Neuzekesoorlog: veel gedoe over een snoepje dat niet eens lekker is.
Conisch, rood-paars snoepje met een half hard omhulsel en een stroperige vulling met een aroma van framboos.
In Vlaanderen vooral bekend als neuske, neuzen, neuzeke, jeneverneus.
Van Dale D2014 online: Belgisch-Nederlands
Cuberdons eet men best zo vers mogelijk want na enkele weken versuikert de vulling.
Conisch, rood-paars snoepje met een half hard omhulsel en een stroperige vulling met een aroma van framboos.
In Vlaanderen vooral bekend als neuske, neuzen, neuzeke, jeneverneus.
Van Dale D2014 online: Belgisch-Nederlands
Cuberdons eet men best zo vers mogelijk want na enkele weken versuikert de vulling.
Het kleinste en/of achtergebleven katje uit de nest.
Katjes uit een 2de nest (zomer – najaar), die ook veel kleiner zijn en weinig overlevingskansen hebben, worden dikwijls ook zo genoemd.
uitspraak katje: ketje
zie ook toemertkatje
WNT: Toemaatkat, kat die in het najaar geboren is (Cornelissen-Vervliet (1899)).
Het toemmerketje is niet altijd even graag meegenomen door de kopers.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
