Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nutteloze, verloren (on)kosten.
Wordt soms ook al schertsend gezegd van geneeskundige ingrepen.
Van Dale:
dat zijn kosten op het sterfhuis
waarvan men geen enkel voordeel heeft
Dat autowrak nog langer herstellen zijn kosten op het sterfhuis…
is een samenstelling van twee woorden: osse en beik.
Een osse is een gecastreerde stier en een beik is een lage weide. Een ossebeik is een kleine weide die door zijn ligging eigenlijk geen nut heeft en gebruikt wordt om de ossen in te zetten: die hebben ook geen nut.
vergelijk ossenbilk
een leuke zinswending is dan:
“t’is één voe in den ossebeik te stoan”
zegt men van een man die niet getrouwd geraakt en dat ook nooit zal geraken omdat hij te lelijk of sociaal onaangepast is
weide voor ossen, zie ook ossebeik
“De ossen blijven ’s zomers dag en nacht in de bilken”, De Bo (1873)
Zie die ouwen! Hij is juist nog goed voor de ossenbilk.
Altijd gehoord dat dit spottend gezegd werd over een vrouw die te oud is om aan een geschikte partner te geraken.
vergelijk ossenbilk
De boer zei dat zijn dochter geen geluk had in haar leven, want ze was al zo oud, zei hij dat ze in de ossebilk ging komen.
benaming voor een (Belgisch) kwartje (25 centiem)
Dit was een relatief groot muntstuk, als men ze tussen kleinere muntstukken zag leek het een kloek tussen kuikens.
Als we in de jaren vijftig gingen nieuwjaar zingen kregen we een koekske of een kloek.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.