Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
motregen
Da’s al de hele dag dat er van die fijne fiemel afvalt, ene mens heef toch geen goesting meer om ene voet buiten te zetten. Ik krijg er errem zin van!
Ik heb steeds flebbeke gehoord, nooit met p. (Aalst)
zie ook febbe, febbekak
-
de lieveling van iemand
zie ook febbe, febbekak
Hij is het fleppeke van de juffrouw.
Fr. fabriquer < Lat. fabricare
in elkaar zetten, knutselen, maken
VD
U hebt gezocht op het woord: fabriceren.
RESULTAAT (max 20 woorden)
fa·bri·ce·ren (overgankelijk werkwoord; fabriceerde, heeft gefabriceerd; fabricage/fabricatie)
1 (producten) door middel van werktuigen bewerken, vervaardigen op grote schaal
2 knutselend maken
3 (pejoratief) verzinnen, verdichten
Hij heeft een spoiler op zijn golfke gefabriceerd.
Fr. fusionner
fuseren
De twee grootste Belgische biermerken zijn gefusioneerd.
We willen onze gemeente niet laten fusioneren met Brussel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.