Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
blein, bloedblaar
Ik klopte met den hamer op mijn duim en had een serieuze blaan.
rommelen, zoeken, snuffelen
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
WNT: Snuffelen.
In zuidelijke dialecten en in Gron. (TER LAAN).
De hond snuistert in ’t stroo en in de eerde achter de muizen, DE BO (1873).
Snuisterkous: snuffelaarster (TEIRL., Z.-O. Vl.)
Snuisterpot: snuffelaar (DE BO (1873)).
Snuistermarkt: snorrepijpen, rommel, verouderd
Het liefste wat ze doet is op de markt snuisteren.
Wat zit ge daar in de kast te snuisteren?
snoepen.
Hoorde ik soms in de jaren 60, maar herkomst is me niet bekend.
WNT: Snoepen.
In dezen zin niet meer in gebruik. Snoesteren. j. snuysteren, snoepen. Ligurire, vorare poma, &c., KIL.
Hij zal wel geen honger hebben want hij was heel de namiddag aan het “snuisteren”
rommelen, zoeken, snuffelen
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
Het liefste wat ze doet is op de markt snuisteren.
Wat zit ge daar in de kast te snuisteren?
WNT:
snuister, kleingoed, kleingeld, grut (”Snuister van appelen en pèren. Ik liet ’en briefken van honderd frang wisselen, en ’k kreeg allemaal snuister terug”, CORN.-VERVL.)
Snuister in uwe portemonnee weegt zwaar.
Als ik een wasmachien gaan insteken (insteken, een wasmachine ~) met jeansbroeken, maak ik eerst systematisch de zakken leeg en gegarandeerd dat ik altijd wat snuister vind.
Wisselen in briefkes kan ik niet echt, als ge met snuister content zijt?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.