Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
“op zijn”
Hier in de betekenis van uitgeput.
zie ook: kuis op zijn, djakeloos, bobijn, het ~ is af, eind, aan het ~ zijn, oep zijn
Toen hij over de aankomst kwam was em helemol “oep”.
uitgeput zijn, oververmoeid zijn
zie ook: djakeloos, bobijn, het ~ is af, kuis op zijn, oep zijn, kuis op zijn
De laatste 3 dagen heb ik maar amper geslapen, ik voel dat ik aan ’t end ben.
de krachten zijn op, men is moe, men is uitgeput
ook: ‘bobijn(tje) is af’, ‘bobijn(tje) is plat’, etc…
< bobijn = garenklos
uitspr.: W-Vl: bobientje is …
zie ook: djakeloos, oep zijn, eind, aan het ~ zijn, kuis op zijn
zeer vermoeid, op het einde van de krachten.
zie ook: oep zijn, eind, aan het ~ zijn, bobijn, het ~ is af, zun bobbiene is of, kuis op zijn
Van dat namiddagje shoppen ben ik djakeloos gelopen.
1. versleten
2. heel erg moe
zie ook: djakeloos, bobijn, het ~ is af, eind, aan het ~ zijn, oep zijn
uitspraak: kezoep, keuzoep
Hageland: kosj oep
1. Die schoenen zijn kezoep, koop er toch nieuwe.
2. Ik zen kezoep van heel den dag te werken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.