Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
neuken, vrijen
vnw: (vulgair) vrijen, neuken, geslachtsgemeenschap hebben
uitspraak: de /oe/wordt kort uitgesproken
Officieel vermeldt de Van Dale hier de betekenis van kakken, en vermeldt de Vlaamse betekenis als bijkomstig, en grof. Ik denk niet dat de gemiddelde Vlaming poept op het toilet, een Nederlander doet dat wel. Een Vlaming poept graag met z’n twee, een Nederlander vindt dat maar een vieze gedachte.
< Het woord gaat terug op poppen ‘met poppen spelen’, als afleiding van pop. Daaruit ontwikkelden zich de betekenissen ‘koesteren, strelen’ en ‘het minnespel spelen, vrijen, neuken’. (Etymologisch Woordenboek Nederlands)
Van Dale 2016 online: BE
DS2015 geen standaardtaal
zie ook poepvet, Chinees poepen, weekendpoeper, poeper, bospoeper, torenpoeper
Maasland: poppen
Evelien liet in een geile bui aan Flor weten dat ze goesting had om met hem te poepen.
- Van poepen wordt ge doof.
- Wat zegt ge?
VIDEO. Wat doen Erasmusstudenten? Poepen in het buitenland – De Standaard
zin, lust, trek
voor, in, naar, achter iets
DS2015 geen standaardtaal
Dit woord werd door Radio 1 in Vlaanderen verkozen tot mooiste Nederlandstalige woord
wnt: Modern lemma: goesting
GUSTING; daarnaast ook GOESTE
↪ Het Fransche woord goût (Oudfrans goust, van Latijn gustus) met het Germaansche achtervoegsel -ing. In Noord-Nederland uitsluitend in enkele zuidelijke tongvallen (gusti of gusting) in Zuid-Nederland in meer algemeen gebruik (De Bo (1873), Schuermans (1865-1870)). Lust, trek, zin, smaak; al naar het verband.
uitdrukkingen:
West-Vlaanderen: goeste, begoest (op), goestendoender,
geslachtsgemeenschap hebben, ook vossen, neuken, poepen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: vogelen
— veugelen — Van vogel.
Eigenlijk: Treden, resp. paren, van hoenders.
De haan veugelt de hen, De Bo (1873).
Overdrachtelijk, van menschen. Coire, resp. futuere, beslapen. In de volkstaal nog vrij algemeen, vooral in het Zuiden.
“Yverig … heb ik u al mijn dagen, O zoete Engelin! mijn liefde toegedragen …! Omdat ik wonder veel van zoete vogelen houw. Dus laten wij te zaam ons beide vaardig maken, Opdat wij met er haast aan ’t vogelen geraken: … Dus laat mijn vogel Lief! in uwe vogelkooi” Verm.(c. 1785).
Van Dale 2014 online: gewestelijk
vgl. rondvogelen
Ik heb goesting om te vogelen.
iemand die uit is op revanche te nemen
opm: vooral in voetbalmiddens gebezigd, vgl. ook revanchematch
Union-coach Felice Mazzù: ‘Ik zal nooit een revanchard zijn. Wie in vergelding gelooft, stelt zichzelf niet in vraag’ (demorgen.be)
Gheysens was hij te vlug af zoals eerder Bart Verhaeghe hem te vlug af was bij Club Brugge. Die twee zijn nog niet klaar met de revanchard Coucke (hansvdw.org)
‘Vorige week tegen Roeselare speelde ik zwak maar ik ben een revanchard, dus ik zal er vanavond staan’, zegt Gérald Forschelet (nieuwsblad.be)
paardenoog, spiegelei
Mijn favorieten zijn Turkse pizza, met geitenkaas en spinazie, met een paardeoge erop
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.