Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
muziekstijl in het overgangsgebied tussen Frankrijk en Vlaanderen ook wel Franco-Flamand genoemd (zie voorbeeldzinnen) heden ten dage nog sporadisch in gebruik voor het overgangsgebied (de kartelrand) tussen Vlaanderen en Frankrijk
Vanaf het begin van de renaissance waren de componisten van polyfone vocale muziek uit de “Nederlanden” (Noord Frankrijk, België, Nederland) twee eeuwen lang van grote invloed op de Westerse kunstmuziek. De verzameling van deze verschillende generaties componisten en hun muziek wordt ook wel de Franco-Vlaamse School genoemd. (Stretta)
Josquin Desprez, Guillaume Dufay, Orlandus Lassus, enz. Het zijn maar enkelen van de wereldberoemde Polyfonisten of ‘Franco-Flamands’ die tussen 1400-1600, een onuitwisbare stempel hebben gedrukt op de evolutie van de meerstemmige muziek in Europa. (Streptokokken.be)
Binnen de Franco-Vlaamse/Nederlandse School worden vaak vijf generaties onderscheiden als ijkpunten om vat te krijgen op de ontzaglijk rijke materie en de stijlevolutie. 645 namen zijn bekend. (Wikipedia)
Dans la campagne franco-flamande, les offres de service deviennent de plus en plus rares. De sociale cohesie neemt af maar inwoners nemen zelf initiatief. Deze plekken bezochten we in 5 boeiende ontdekkingsdagen. Retours sur nos 5 journées de découverte. (caue-nord.com)
De polyfonie bood mij geen technisch-vocale uitdaging en géén enkel plezier om te zingen. Dus, om muzikale inspiratie op te doen en deze muziek wat aan te kleden nam ik het boek ‘Het landschap van de polyfonisten – de wereld van de Franco-Flamands’ van Paul van Nevel bij de hand. (De Lage Landen)
overgrootvader
zie ook grotemoe
De groteva langs moederskant heb ik nog gekend. Dat was een grappige mens en hij is heel oud mogen worden.
Den andere groteva was nen hele fijne schrijnwerker die al het houtwerk van de Zimmertoren gemaakt en geplaatst heeft, ook de houtsculpturen.
overgrootmoeder
zie ook groteva
De grotemoe was een klein geblokt energiek memoeke die mij altijd meenam naar de koekenstad om op ’t Scheld met de Flandriaboot te varen of om te picknicken op Sint-Anneke.
afzien
Ie eit me zinne vélo ip de Kemmle geréen, moa ‘t latste stik it’n vrei getjoold!
(Hij heeft met zijn velo op de Kemmelberg gereden, maar het laatste stuk heeft hij wreed afgezien).
West-Vlaams grapje:
- Weet je gie wuk da tjolen is?
- A baneink!
- Awel, da’s poepen met ne slap’n!!
> zie ook andere betekenis van tjolen
afzien
Ie eit me zinne vélo ip de Kemmle geréen, moa ‘t latste stik it’n vrei getjoold!
(Hij heeft met zijn velo op de Kemmelberg gereden, maar het laatste stuk heeft hij wreed afgezien).
West-Vlaams grapje:
- Weet je gie wuk da tjolen is?
- A baneink!
- Awel, da’s poepen met ne slap’n!!
> zie ook andere betekenis van tjolen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.