Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
onderdeel van een legkast, linnenkast; tapkast (nl. de planken)
ook schab, schabben
U hebt gezocht op het woord: schap.
RESULTAAT (max 20 woorden)
schap (het, de; schappen)
1 plank van een kast of langs een wand, vooral met winkelvoorraden
Voor mij nen trappist van het schap a.u.b. (d.i. niet gekoeld)
jong, klein kind
die snotkeise is een schete groot en hij gaat zich al moeien met werk van zijn vader
schotel, bord
scheutels: de vaat in het algemeen
na het eten gaan we de scheutels afwassen
schoteldoek
zie schutteldoek, schotelvod
Als je de vaat moet doen, heb je een scheuteldoek nodig.
iemand die graag babbelt
met zo’n toenge van lintjes in de buurt zul je niet snel in slaap vallen.
die toenge van lintjes t’is gelik een bobiene die oflopt
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.