Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
riem om de broek op te houden
AN broekriem
VD
broek·riem (dem)
1 riem die dient om een broek op te houden
Mijn bretellen zijn kapot, ik zal maar weer mijn broeksriem gebruiken.
grote, dikke keutel
(men zegt haast overal “zjendêrm”)
Kijk eens wat ne gendarme ons bazeke in het potje gedaan heeft!
gehakt vlees
In het Brugse ook : gekapt
Brengt een pond gekapt mee, half-half, dan maken we nog eens zelf bouletten.
toeteren
VD
claxon·ne·ren (onovergankelijk werkwoord; claxonneerde, heeft geclaxonneerd)
1 een signaal geven met de claxon
Iedereen was aan het claxonneren, maar het verkeer ging daarom niet vlotter.
iemand dieveel bier kan drinken.
Zie dat biervat bezig, moest ik zoveel bier drinken als hij dan kwam het langs mijn oren terug naar buiten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.