Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zich
zie ook haar
regio Antwerpen: eigen, zijn ~
ook dubbele hem hem: hij zich (zie voorbeeld)
vgl. ook hem of em
Hij is em gaan scheren (hij is zich gaan scheren)
Iedereen Beroemd op één: ‘Anders verveelt em em’ (Anders verveelt hij zich. Uitspraak: de eerste em wordt in een adem met het werkwoord uitgesporken: ‘verveeltem em’)
(of hem)
1) hij, in bepaalde gevallen: na een werkwoord, na dat, na als = wanneer, na als = indien, niet na als = vergelijking.
zie hem of em
2) zich
t.a.v. de grammatici: laat u eens gaan en geef hier ne convenabele uitleg.
zie ook hem
1) Hij had pertang beloofd dat em kwam, maar van de namiddag moest em naar Brussel. Als em kan zal em nog binnenspringen.
1) ‘Dat is em! Dat is em!’ De legendarische uitroep van Rik De Saedeleer bij een beslissende goal.
2) Hij vraagt em af hoe dat komt.
zich
ook dubbele hem hem: hij zich (zie voorbeeld)
vgl. ook hem of em
Hij is em gaan scheren (hij is zich gaan scheren)
Iedereen Broemd op één: ‘Anders verveelt em em’ (Anders verveelt hij zich)
zich
ook dubbele hem hem: hij zich (zie voorbeeld)
vgl. ook hem of em
Hij is em gaan scheren (hij is zich gaan scheren)
Iedereen Broemd op één: ‘Anders verveelt em em’ (Anders verveelt hij zich)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.