Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
SN: op het nippertje
zie toelichting: nipt(e)
De vrouwen volleybalploeg heeft gisteren op het nipt verloren van Duitsland.
Amai, dat was op ’t nipt!
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het WNT:
NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
Zie ook Woordpost v. 10.6.2010
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
SN: op het nippertje
zie toelichting: nipt(e)
De vrouwen volleybalploeg heeft gisteren op het nipt verloren van Duitsland.
- vooruitgaan
ook: avanceren
- allé, we moeten een beetje avanseren anders komen we te laat
- dat avanseert hier van geen kanten, op het eind van de week zal het werk nog niet af zijn
zo erg verschieten dat je er ondersteboven van bent. Soms zijn er ook lichamelijke klachten zoals hartkloppingen, buikpijn enz.
Vroeger was men er heel attent voor dat een zwangere vrouw geen verschot opdeed, ze zou een misval kunnen hebben dacht men.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.