Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Benoemd zijn met een vast statuut in het onderwijs of bij de overheid.
zie ook: benoemen, benoemen, vast ~
Een vastbenoemd of contractueel personeelslid kan zijn ambt met verminderde prestaties wegens ziekte uitoefenen met het doel zich opnieuw aan te passen aan het normale arbeidsritme.
Vastbenoemd personeel krijgt ge met geen stokken buiten.
het gefoefel (foefelen): geknoei, heimelijk gedoe, gepruts, …
vgl. foefelare
Die foefelarij met de peer van Pollentier is niets vergeleken met de fraude in de witteboordcriminaliteit.
Ik ben de foefelarijen van de politiekers zo beu als kou pap.
Delcroix is weer eens de koning van de foefelarij. Deze keer met facturen van het Belgisch paviljoen op de expo van Shangai.
het gefoefel (foefelen): geknoei, heimelijk gedoe, gepruts, …
vgl. foefelare
Die foefelarij met de peer van Pollentier is niets vergeleken met de fraude in de witteboordcriminaliteit.
Ik ben de foefelarijen van de politiekers zo beu als kou pap.
knoeien, prutsen, frauderen
VD2013 oline: Belgisch-Nederlands spreektaal
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
gefoefel (zie foefelen), uit de trukendoos
uitspraak: foefelaaree
Misschien door Urbanus in 1979 geintroduceerd in zijn goochelsketch ‘no foefelare’ (google maar eens naar YouTubes)
vgl. foefelarij
Ge snapt dat soms niet: zo’n begroting opstellen dat is toch niks anders dan boekhoudkundige foefelare.
Niks foefelare, alles open en bloot zoals het is.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.