Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
waggelen = bewegen, wiebelen
doen alsof ge druk bezig zijt of werkt, maar eigenlijk niets doen of niet veel doen
Wat zijt ge van plan vandaag? Uw broek laten waggelen?
kleine slede met een zitje
Het heeft gesneeuwd de voorbije nacht. Wij gaan het ijskot nemen!
mondharmonica
Meestal als verkleinwoord: “mondmuziekske”
Ik word er koud van, als ik Toots ‘Ne me quitte pas’ van Brel hoor spelen op z’n mondmuziekske.
niet slagen, er niet door zijn, onvoldoende hebben, buizen
Hij is geflest in zijn derde jaar.
Ik ben geflest op de overhoring van aardrijkskunde.
zigeunerwoonwagen
Op de wei achter de kerk staat het vol kotkaren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.