Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
manskerel, manspersoon
Er staat een mansmens aan de deur die vraagt of wij geen scharen te slijpen hebben.
academisch studiejaar van de master opleiding, licentiaat, uitgesproken als /lies/
verkort uit licentie
Er zitten een paar briljante koppen in de 2e lic natuurkunde.
landbouwingenieur
Ik werkte als bio-ingenieur al jaren in de brouwerswereld en speelde al van kindsbeen af met het idee om zelf een brouwerij op te starten. (zegt de maker van Kessel Blond)
vrederechter, (in Nederland) kantonrechter
spr. uit “de zjuusj”
Ik heb niks gedaan, meneer de Juge!
Mijn vader had het mooiste beroep dat een gezinshoofd kan hebben, hij was vrederechter. (…) Hij stond in Aarschot bekend als “de juge”. (uit website Brigitte Raskin)
wenen, schreien
“Begind hier nie te skreêmn, da pakk’n zy hier nie. Z’hen ‘t hier nie’ vô jankers en zeker nie’ voôr iemand gelik gy.” (Hannelore Bedert – Ol de mens’n)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.