Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
petoeter, petatje, patotter
gebruikt voor een persoon die je graag ziet
soms ook als scheldnaam
kom hier mijne patoeter, mijne patotter, mijn klein petatje,
zei oma tegen haar kleinkind
’petatje’riep tante tegen nonkel, haal eens de aardappelen uit de kelder! Ik begreep er niets meer van, zojuist had ik tante horen zeggen tegen de buurvrouw ’ die’n domme petat heeft de deur laten openstaan en nu zit het vol vliegen in huis.
boefen
wordt in WVL ook gebruikt
Je moet eten tot je ‘je bekomste’ hebt zei mijn tante zaliger, maar ‘boefen’ dat is voor de varkens.
kastanjeoog
- de boerin stak de ponte van de beuter in een beurze onder heuren rok
de Plezierhaan
dit was de naam van een café op weg naar school
Was dit nu een plezierige of een plezante haan?
stief = overtreffende trap of dim.
straf = geweldig
hier dus: geweldig koteren
Typisch WVL
ik zie joe stief straf geerne fleemde Marieke tegen oma, in de hoop dat ze een spekke meer ging krijgen dan haar zusje.
Zus gaf een stief klein stiksgie van haar spekke aan haar broertje om in zijn gunst te staan
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.