Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door LeGrognard

    vanein
    (aanw. vnw.)

    van elkaar, zie: vaneen

    ’T Marie en ich zind famielje vanein.
    Marie en ik zijn familie van elkaar.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 13 Jul 2014 03:42
    0 reactie(s)

    nepsollicitant
    (zn. de ~ (m) ~en)

    iemand die solliciteert maar alleen uit is op een afwijzingsbriefje zodat hij/zij weer even met rust gelaten wordt
    In NL: iemand die solliciteert om te zien of er niet aan (leeftijd)discriminatie gedaan wordt (weinig gebruikt)

    Sollicitanten die niet willen werken en solliciteren om enkel een attest te krijgen, bestaan. En dat is ergerlijk. Maar de oproep om deze nepsollicitanten aan te geven, is erover. De tegenoproep van het ACV om omgekeerd de werkgevers die niet reageren op sollicitaties aan te geven, is er evenzeer over. Geen van beide voorstellen draagt bij tot een positieve evolutie van de arbeidsmarkt. Bron: De Morgen

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 12 Jul 2014 22:18
    0 reactie(s)

    afmaken
    (ww. maakte af, heeft afgemaakt)

    Het uitmaken

    VD

    af·ma·ken1 (overgankelijk werkwoord; maakte af, heeft afgemaakt; afmaker)
    1 een einde maken aan
    2 (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
    3 vernietigend beoordelen, machteloos maken

    Mijn lief heeget afgemaakt.
    (Mijn lief heeft het afgemaakt)

    ‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 11 Jul 2014 21:29
    2 reactie(s)

    afmaken
    (ww. maakte af, heeft afgemaakt)

    Het uitmaken

    VD

    af·ma·ken1 (overgankelijk werkwoord; maakte af, heeft afgemaakt; afmaker)
    1 een einde maken aan
    2 (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
    3 vernietigend beoordelen, machteloos maken

    Mijn lief heeget afgemaakt.
    (Mijn lief heeft het afgemaakt)

    ‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. Die twee jaar is. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 11 Jul 2014 21:29
    2 reactie(s)

    werkonwillige, werkonwillig
    (zn. de ~ (m) ~n, of bnw.)

    iemand die geen zin heeft om te werken, werkschuw is
    NL: werkschuwe, werkschuw

    Hardere aanpak voor werkonwillige werklozen nodig.

    KMO’s en de micro-ondernemingen vinden volgens hun zeggen geen geschikt personeel door het grote aantal werkonwilligen dat solliciteert.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 11 Jul 2014 18:43
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.