Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door LeGrognard

    mem
    (de ~ (v.), ~men)

    borst, tet (grof) SN: tiet

    ook memme

    ’t sjtrandj ligk vol vrouwluu met bloeate memme
    Het strand ligt hier vol vrouwen met blote memmen.
    Kiek-es wat ein memme dat die haet.
    Zie eens wat een memmen dat die heeft.

    Provincie Limburg
    Bewerking door LeGrognard op 18 May 2011 23:20
    4 reactie(s)

    memmen
    (ww.memde, heeft gememd )

    blijven doorzeuren over iets (idem in Limburg)
    melken

    Zit daar niet te melken, ik krijg het daar van op mijn zenuwen.

    Zeg, ge moet niet memmen he. Doe maar gewoon wat ik u gevraagd had.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door LeGrognard op 18 May 2011 23:15
    1 reactie(s)

    nen hap en ne knap
    (uitdr.)

    kortaf, bitsig antwoord. (SN: een grauw en een snauw)

    Met hem kan ik niet meer normaal praten, het enige wat ik als antwoord krijg is een hap en ne knap.

    Met hem kanekik gene raison nimmer doen, krijg alleen nog
    “nen hap en ne knap”

    Regio Antwerpen
    Bewerking door LeGrognard op 18 May 2011 20:56
    2 reactie(s)

    onnozelaar
    (de ~ (m.), -s)

    iemand die geen kwaad uitricht, maar u wel een spiegel voorhoudt, omdat ge u ergert aan zijn gedrag.
    In NL meer: ‘onnozele(n)’ cq ‘onnozele hals’
    Van Dale
    on·no·ze·laar (dem; onnozelaars)
    1.(beledigend) idioot, onnozel mens, dwaas

    M. De Coster (2007), Groot scheldwoordenboek
    onnozelaar: onnozel persoon. In Vlaanderen ook in de zin van domkop, dwaas of (minder frequent) naïeveling.

    WNT:ONNOOZELAARD
    Woordsoort: znw.(m.)
    Modern lemma: onnozelaar
    — daarnevens ook wel ONNOOZELAAR —, znw. m.; mv. -aards. Van Onnoozel met -aard.
    Een onnoozel mensch, een idioot; alleen in Zuid-Nederland.

    De arme jongen schijnt een onnoozelaard of een domkop, CONSCIENCE, De schat v. F. Roobeek.
    Omdat zijn jongste zoon een onnoozelaar was, Volkskunde 1889
    © 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1891

    Onnozelaars zijn dikwijls kinderen. De waarheid komt uit de kindermond. Kinderen handelen niet altijd zoals de grote mensen zouden willen en worden gemakkelijk voor ‘onnozelaar’ versleten.

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door LeGrognard op 18 May 2011 20:54
    1 reactie(s)

    mem
    (de ~ (v.), ~men)

    borst, tet (grof) SN: tiet

    ook memme

    ’t sjtrandj ligk vol vrouwluu met bloate memmen
    Het strand ligt hier vol vrouwen met blote memmen.
    kiek-es wat ein memme dat die haet.
    Zie eens wat een memme dat die heeft.

    Provincie Limburg
    Bewerking door LeGrognard op 18 May 2011 20:32
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.