Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de wordt aan de stam van het werkwoord gehecht bij inversie in vraagzinnen waarbij de tweede persoon enkelvoud en meervoud “gij” of “gijlie” onderwerp is; “gij” of “gijlie” kan daarbij wegvallen; op
hierbij treedt dikwijls gelijkmaking (assimilatie)
typisch voor het Brabants in de ruime zin van het woord (prov. Antwerpen en Brabant en aanliggende gebieden)
Komde gij ook? Komde ook?
Hadde gij wel geld bij? Hadde wel geld bij?
Hebde gij dat gedaan? (zonder assimilatie)
Hedde gij dat meegebracht? (assimilatie van hebde)
Seg manne komde gijlie ook?
Hedde uwe regenfrak meegebracht?
iemand die predendeert een vak te beheersen, amateurist
zie ook stielbederf
Er zijn te veel stielbedervers op de markt. Ze zouden dit beroep moeten reglementeren.
oorspronkelijk iemand die onder de gangbare prijs werkte;
ook iemand die volgens zijn medewerkers te snel, te hard, te goed werkt
zie ook stielbederf
De enthousiaste jonge ambtenaar werd al rap door zijn collega’s bestempeld als stielbederver.
iets doen dat schadelijk is voor een beroep
zie ook stielbederver
De Wever: “Dit is stielbederf. Mensen zoals Calvo maken de politiek kapot” (TITEL HLN.BE 080217)
Jezus’ tijd, in die tijd
gebruikt om aan te geven dat iets heel oud, antiek is.
ook in de Kempen: in Dezekes tijd
Antw. en Kempen: diezekes tijd (’die.e z.e k.es)
zie ook: dezeke
Die vrouw is gekleed gelijk in zjuzzekestijd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.