Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van fansy

    pol

    Waarschijnlijk oorspronkelijk Diets voor hand. Het is zelfs gekend in Nederland, hoewel Nicolien Van Der Sijs er blijkbaar nog niet van gehoord heeft.
    http://synoniemen.net/grafisch.php?zoekterm=hand

    Ingevoerd door Leo Flandriae, 5 mei 2014

    Toegevoegd door fansy op 07 May 2014 15:40

    Vlaams (forum)

    Leenwoorden in de Vlaamse taal

    Heel het Vlaams, al van voor Christus, is een aaneengebreid taallappendeken van het Frans, Engels, Latijn, Germaans, Keltisch, Scandinavisch,…

    Elke bezetter heeft, door de eeuwen heen, zo zijn geliefde woordjes bij ons Vlamingen achtergelaten. Waarom we het overnamen en er een eigen ‘Vlaamse’ draai aan hebben gegeven?
    Omdat het mooi klonk?
    Omdat er geen ander woord voor bestond?
    Of omdat het toen handig, universele vaktaal en/of mode was?

    Dat is waarom onze taal zo boeiend is en blijft leven en evolueren. Dat maakt dat wij een krak zijn in het verstaan en spreken van zoveel andere vreemde talen.
    Spijtig natuurlijk van de oudere Vlaamse woorden die verloren gaan in de strijd. Trouwens wij spreken nu ook geen ‘Middeleeuws’ meer want elk nieuw woord past in de tijdsgeest; zoals bvb. het Vlaamse ‘stoeproken’. Het is nu wel opgenomen door VD maar binnen een 30-tal jaren wordt dat woord waarschijnlijk ook als ‘verouderd’ beschouwd. Omdat men dan niet meer rookt, of dat men terug binnen mag roken, of… Wie weet wat.

    Ik vind dat er niets mis mee is om leenwoorden of een ontleende woorden te gebruiken. Onze taal leeft!

    Irritanter is, zoals de laatste nieuwe taalmode blijkt te betamen, dat men een Vlaamse zin begint en, te pas en te onpas, in het Engels verder gaat. Mooie voorbeelden kan men bemerken in de soapserie ‘Familie’. Ook een Vlaams minister waagt zich wel eens aan die uitlatingen.

    Toegevoegd door fansy op 06 May 2014 03:43

    bobijn

    Taalgaardenier,
    spoel en klos zijn ook leenwoorden, net zoals bobijn.
    Spoel en klos zijn SN, bobijn Vlaams.

    SPOEL: is een leenwoord uit het latijn: spola.
    Oudste attestatie: 891-900: spuola (OMW)

    KLOS:
    VMNW: Closse
    Oudste attestatie: Oost-Vlaanderen, 1290
    MNW:
    Een woord, dat met cloot verwant is, hoewel het in het Ndl. eene geheel andere beteekenis heeft aangenomen.
    – Bal, vooral een bal om mede te spelen, rolbal, schietbal, bol. Kil. klos, j. kloot, globus, sphaera.
    - Ook in eene andere beteekenis van cloot kwam clos(se) voor; Kil. coleus, testis; klosken, klootken, globulus, sphaerula; et coleus, testiculus.
    WNT:
    waarschijnlijk ontleend uit het HD: Klotz
    soms KLOTS —, znw. m., mv. -sen. Mnl. closse; in het Vl. nog klosse vr., in ‘t Brab. klos vr. Fri. klos(se). Men neemt wel aan dat klos reeds in de M.E. aan het Hd. is ontleend; voor de bet. 2) is zoo’n overneming zeker niet onwaarschijnlijk, voor sommige andere althans mogelijk.
    2) In den houthandel en het timmervak. Thans: ronde balk van hardhout, speciaal eikenhout, bestemd om tot planken gezaagd te worden, of reeds tot planken gezaagd mits deze bij elkander zijn gehouden. Wellicht onder invloed van het Duitsch, waar men iederen ronden balk, van welk hout ook, klotz noemt, werd klos voorheen, en wordt ’t allicht nog wel eens, ook in anderen zin gebezigd, zoodat b.v. het gebruik van den term van de afmeting zou afhangen: zie onder de volgende aanhalingen.
    VD:
    (1926-1950) ontleend aan Frans cloche: zie clochen

    BOBIJN:
    WNT: BABIJN —, znw. vr., mv. -en.
    Het Fr. bobine, eng. bobbin; volgens eene gissing van SALMASIUS, zou het verwant zijn met gr. ??, zijdeworm (wegens de gelijkenis eener bobijn met een cocon of pop). De thans inzonderheid Zuidnederlandsche vorm babijne is te vergelijken met bazuin, ajuin enz., waar a in eene toonlooze lettergreep in de plaats eener o is gekomen.
    1. In ’t algemeen. Garenklosje, al of niet met garen omwonden. Thans alleen in Zuid-Nederland.
    - Bobbyne. Une bobine à entrelacer, PLANT. (1573).
    Bobijne en Babijn, Garen-klos. Un fuseau du fil, V. D. ENDE.
    — Dat ik hare bobijntjes opraap, die alle oogenblikken vallen, haar werkdoosje mag openen … en hare streen mag ophouden, BERGMANN, Staas 29 (1874).
    - Maer siet eens sijn geluck! Met een bobyntje gaeren, Dat Ariadne gaf, wist hy (Theseus) de saeck te klaeren, … Den uytganck vanden hof die vont hy op een draet, POIRTERS, Theod. 157.
    - Als ze ellen garen door haar vingeren, Laat om ’t gezwind bobijntje slingeren, Als ’t vliegend naaldje steken doet, V. BEERS 2, 148 (1859).

    Toegevoegd door fansy op 06 May 2014 03:29

    bobijn

    Nederfranglais en beter te vervangen door spoel.

    toegevoegd door Taalgaardenier, 5 meil 2014

    Toegevoegd door fansy op 06 May 2014 02:29

    eenzelvigheid

    WNT:
    oudste datum van gebruik: 1781
    door de NL dichteressen Wolff en Deken

    Toegevoegd door fansy op 05 May 2014 18:51

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.