Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bed
Middelnederlands: ‘kevie’ = eigenlijk kooi < Latijn cavea
Kempen: ook keve
zie varianten bij tram, naar zijnen ~ gaan
Hij ligt al in zijn kevie. Komt morgen maar eens terug.
“Ik gaan gauw naar m’n kevie” (Cornelissen-Vervliet (1899))
bed
Middelnederlands: ‘kevie’ = eigenlijk kooi < Latijn cavea
in de Kempen: keve
zie varianten bij tram, naar zijnen ~ gaan
Hij ligt al in zijn kevie. Komt morgen maar eens terug.
“Ik gaan gauw naar m’n kevie” (Cornelissen-Vervliet (1899))
duivenmand
In de tijd voor er constateurs bestonden, spurtte de zoon van de duivenliefhebber met het katsjoewe ringetje naar het duivenlokaal, als de duif op het bart was ‘neergevallen’.
Om mee te kunnen spelen op Quiévrain, Tours of Bordeaux, bracht de duivenliefhebber zijn duif/duiven eigenhandig naar het duivenlokaal in een kevie.
een deeltje of partje van een appelsien
verklw. beentje(s)
Een clementijn, mandarijn, appelsien, pompelmoes, alle citrusvruchten kunnen verdeeld worden in beentjes. Op die manier kunt ge limoenen en citroenen ook langer vers bewaren.
het uitmaken
VD: af·ma·ken:
1. een einde maken aan
2. (een reeds gewond of weerloos dier of mens) doden
3. vernietigend beoordelen, machteloos maken
Mijn lief heeget afgemaakt. (Mijn lief heeft het afgemaakt.)
‘Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt. Ik heb wel eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. (Patrick Janssens: ’De liefde tussen Antwerpen en mij is over nog niet voorbij.’ Knack)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.