Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vr. kotjakster – dim: kotjakkerke
etymologie: zie reactie
Woonwagenbewoner, caravanbewoner, zigeuner
NL: kamper
zie ook: kariko, boejemer, bojemer
vgl kotkaar
Kotjakkers wonen in een staancaravan op een woonwagenpark dat door de gemeente speciaal werd aangelegd. Begin 21ste E. zijn ze verdwenen uit het straatbeeld.
Typische beroepen van kotjakkers (tot in de jaren ’70): pottenoplapper, stoelenmatter, bezembinder, kramer, muzikant en scharenslijper.
Woonwagenbewoners zijn geen Roma-zigeuners. Caravanbewoners zijn Belg of Nederlander van geboorte en hebben ook geen eigen taal. Hun geschiedenis gaat terug tot ca. 1850, die van de Roma is eeuwenlang.
Uitdr. hij is ne kotjakker: hiermee wordt bedoeld dat hij er vies, vuil, sloorachtig en stinkend bijloopt.
De scharensliep, een kotjakker van aan de viaduct in Herenthout, kwam dikwijls met zijn karreke rond in ’t dorp om messen en scharen te slijpen.
lol, plezier
SN/NL: leut
voornamelijk regio West- en Oost-Vlaanderen en in de Antwerpse Kempen
De kinderen hadden veel leute op het paasfeestje.
- schots en scheef, niet recht, niet vlak
- overhoop, in chaos, wirwar, kriskras door mekaar
- krakkemikkelig, half zijn gat
Uitspraak Lier en omstreken: ‘obbel en sobbel’, zonder ‘h’
zie ook hobbeldesobbel
- De dalles liggen hobbel en sobbel.
- De gazetten liggen hobbel en sobbel op de tafel.
- De speelkamer ligt er hobbel en sobbel bij.
- Die kast staat ook maar hobbel en sobbel ineen.
- rekbaar, goed smeerbaar, goed kneedbaar, lenig
- goede viscositeit van een grondstof
- antoniem: stug
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gesmijdig:
bnw.; de trapp. v. vergel., gesmijdiger, gesmijdigst, weinig in gebruik. Nauw verwant met gesmijde, en afgeleid van een grondwoord dat op zich zelf niet meer voorkomt. Eigenlijk, van metaal: smeedbaar, en vandaar, ook in ruimer toepassing: rekbaar, buigzaam, lenig, week. In beteekenis niet ongelijk aan gemoedig, dat echter bij voorkeur van andere stoffen dan metalen werd gebezigd. De vorm gesmijdig is thans in onbruik; smijdig, ook wel smijig, komt nog dagelijks voor.
Als je een dook wil vastmetsen in een muur moet je een goed gesmijige mortel maken. Dus niet alleen cement en rijnzand maar daar ook een portie zavel bij.
Uit een gesmijig deeg kan je gemakkelijk een vormbrood kneden. Bv, een sinterklaas, een minister met duidelijk uiterlijk, enz.
Op moeilijk bereikbare plaatsen om iet vast te metselen gebruik je een gesmijige mortel.
- rekbaar, goed smeerbaar, goed kneedbaar, lenig
- goede viscositeit van een grondstof
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gesmijdig:
bnw.; de trapp. v. vergel., gesmijdiger, gesmijdigst, weinig in gebruik. Nauw verwant met gesmijde, en afgeleid van een grondwoord dat op zich zelf niet meer voorkomt. Eigenlijk, van metaal: smeedbaar, en vandaar, ook in ruimer toepassing: rekbaar, buigzaam, lenig, week. In beteekenis niet ongelijk aan gemoedig, dat echter bij voorkeur van andere stoffen dan metalen werd gebezigd. De vorm gesmijdig is thans in onbruik; smijdig, ook wel smijig, komt nog dagelijks voor.
Als je een dook wil vastmetsen in een muur moet je een goed gesmijige mortel maken. Dus niet alleen cement en rijnzand maar daar ook een portie zavel bij.
Uit een gesmijig deeg kan je gemakkelijk een vormbrood kneden. Bv, een sinterklaas, een minister met duidelijk uiterlijk, enz.
Op moeilijk bereikbare plaatsen om iet vast te metselen gebruik je een gesmijige mortel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.