Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
werkkledij, keel
> Fr. surtout
VD online: overal: gewestelijk, jas, kiel die men over zijn andere kleren aantrekt
Als ik in de tuin werk, draag ik altijd een overal.
- lange overjas
- boeken- of sporttas
< Frans: casaque: een mantel die vroeger door mannen werd gedragen. Het woord zou van Persische oorsprong zijn.
ANW: jas, rok of kiel – archaïsch; alleen nog in uitdrukkingen in gebruik, vooral in België:
- zijn kazak keren; zie ook kazakkendraaier
- op iemands kazak zitten
WNT:
1) 16de E.: als soldatendracht: een lang overkleed, een lange overjas.
2) 19de E: in Vlaamsch-België: mansrok, jas, frak
- Kazak(ke): jas, groot overkleed voor mannen. De Bo (1873).
- Kazakke: alle mansoverkleed (den kiel uitgezonderd), Teirl., Zuid-Oostvl. Idiot.
Hij steekt (steken) de documenten en kaften in zijne kazak, doet zijne kazak aan en vertrekt naar zijn werk.
een soort werkjas zonder voorsluiting die over het hoofd wordt aangetrokken, meest bekend als boerenkiel.
stoffrak.
zie ook overal, keel, stoffrak
VD online:
loshangend kort overkleed met mouwen, meestal van blauw linnen of katoen, voorheen gewone dracht voor werklieden, thans nog wel bij boeren enz., vooral in Vlaams-België
> blauwe kiel: dracht van de Belgische vrijkorpsen in de Tiendaagse Veldtocht in 1831
Zittende man rechts draagt een boerenkiel.
Op school droegen de meisjes een schort en de jongens een kiel.
- kiel, keel: bovenste gedeelte van werkkledij
- boezeroen
< Frans: bourgeron
Staande man links draagt een bazzelonjke.
Hedde ga maan bazzelonjke gewasse?
- kiel, keel: bovenste gedeelte van werkkledij
- boezeroen
< Frans: bourgeron
Hedde ga maan bazzelonjke gewasse?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.