Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een veld, een uitgestrekte plaats, plek
Van Dale 2014 online: gewestelijk
WNT: Plak: Eene zekere uitgestrektheid gronds enz.
Op de plak is plaats genoeg om te sjotten.
“Het schoolplak” was geen school. Het was gewoon de volkse benaming van het plein (“plak”) gelegen aan de Onderwijsstraat – Lange Stuivenbergstraat – Schoolstraat. (geschiedenisvanantwerpen.be/forum)
Op die plak zaai ik koren, corn.-vervl. (WNT)
werk, betrekking, ambt, job
Hij heeft een goei plek nu, dat hij die maar kan behouden dat is iets anders.
Zijn plek bij dat bedrijf is een bureaujobke.
in plaats van
ook: plek, in ~ van
ook in prov. Antwerpen
WNT: Plek, plaats, in ’t algemeen; zoowel in toepassing op eene plaatsruimte, als op eene zit- of staanplaats. Gewestelijk in verschillende streken in gebruik, b.v. in Groningen, Friesl., Antwerpen, Brabant.
- in (de) plak van: in plaats van
En plak van gaas te gèève, dauwdeter op de frèè (in plaats van gas te geven, duwde hij op de rem).
In plak van daar naartoe te gaan, is hij thuis gebleven, corn.-vervl. (WNT)
Werkt, luiaard, in de plak van te bedelen, Ald. (WNT)
plaats in div. betekenissen: kamer, ruimte, vlek, plek…
dim.: plakske
Ook in prov. Antwerpen
Van Dale 2014 online: (gewestelijk) plek
WNT: Plak: plek, plaats, in ’t algemeen; zoowel in toepassing op eene plaatsruimte, als op eene zit- of staanplaats. Gewestelijk in verschillende streken in gebruik, b.v. in Groningen, Friesl., Antwerpen, Brabant.
Doë wor geen plak nimei èn de kafei (er was geen plaats meer in het café).
En plak van gaas te gèève, dauwdeter op de frèè (in plaats van gas te geven, duwde hij op de rem).
Sondes ès ’t noênèète èn de goej plak (op zondag middagmalen we in de bezoekerskamer).
Kik nau, ’n vaul plak op ze goêd kostum (kijk nu, een vuile vlek op je zondagse pak)!
plaats in div. betekenissen: kamer, ruimte, vlek, plek…
dim.: plakske
Van Dale 2014 online: (gewestelijk) plek
WNT: Plak: plek, plaats, in ’t algemeen; zoowel in toepassing op eene plaatsruimte, als op eene zit- of staanplaats. Gewestelijk in verschillende streken in gebruik, b.v. in Groningen, Friesl., Antwerpen, Brabant.
Doë wor geen plak nimei èn de kafei (er was geen plaats meer in het café).
En plak van gaas te gèève, dauwdeter op de frèè (in plaats van gas te geven, duwde hij op de rem).
Sondes ès ’t noênèète èn de goej plak (op zondag middagmalen we in de bezoekerskamer).
Kik nau, ’n vaul plak op ze goêd kostum (kijk nu, een vuile vlek op je zondagse pak)!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.