Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kalf
lomperik
/’m.e t.e/
Hageland: meutteke: altijd verkleinwoord
Naast de koeien staan er ook veel meuttes in de wei.
1) melkkalf
2) idioot, kalf als scheldwoord
zie ook meutte
uitspraak: /m.e t.e/
1) In de wei lopen heel wat meutekes rond.
2) Sta daar niet zoals een onnozele meute te gapen.
mensenmenigte: in Zuid-Nederland
SN: een groep jachthonden.
De avonturen van Urbanus – Leute voor de meute.
Er waren wel 50 hooligans voor het stadion verzameld waar ze niet binnen mochten. Daarna trok heel die meute de stad in om amok te maken.
mensenmenigte: in Zuid-Nederland
SN: een groep jachthonden.
De avonturen van Urbanus – Leute voor de meute.
Er waren wel 50 hooligans voor het stadion verzameld waar ze niet binnen mochten. Daarna trok heel die meute de stad in om amok te maken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.