Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    handigaard
    (z. nw. de (m.) ~s)

    een handig persoon

    Hij is een echte handigaard, zo heeft hij eens zelf een boot in elkaar gestoken! (Chiro Maldegem)

    Handigaards, van betonboeren tot promotoren, maakten dankbaar gebruik van de kortzichtigheid van de politici. (bruzz.be)

    Handigaard tovert romantische tophits om tot griezelige boekomslagen. (humo.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 May 2017 22:12
    0 reactie(s)

    kwijtspelen, iemand ~
    (vaste woordgroep)

    1) iemand kwijtgeraken
    2) iemand verliezen
    3) van iemand afgeraken die men niet moet
    WNT: Iemand kwijtspelen: in Z.-Nederl.: maken dat men van hem afkomt.

    VD online: kwijtspelen: BE

    1) Tussen die massa volk zijn ze hem kwijtgespeeld.

    2) Als ge niet lief blijft doen tegen uwe vrijer, dan gaat ge hem nog weleens kwijtspelen.

    3) VoilĂ , die wiewa zijn we kwijtgespeeld en die zal niet rap niemeer (nie niemeer) op ons erf komen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 May 2017 20:02
    0 reactie(s)

    kwijtspelen
    (ww., speelde kwijt, kwijtgespeeld)

    1) verliezen, kwijtraken, verspelen
    2) mekaar kwijtspelen

    zie ook kwijtgeraken

    1) Ik ben in het casino al mijn geld kwijtgespeeld.

    2) Bij een evenement, met een massa volk, kunt ge mekaar kwijtspelen als men niet rap genoeg mekaar kunt volgen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 May 2017 19:48
    0 reactie(s)

    kwijtgeraken
    (ww. geraakte kwijt, kwijtgeraakt)

    1) verloren geraken, niet meer kunnen vinden, kwijtspelen
    2) er van afgeraken, er van verlost geraken, iets of iemand kwijt willen, niet meer willen hebben

    SN: kwijtraken

    1) Mijn sleutels ben ik hier ergens in huis kwijtgeraakt en ik weet niet meer waar.

    1) Ze volgde ons nog met de wagen maar na de 2de afslag in de straat is ze ons kwijtgeraakt.

    2) Eindelijk is hij die kneut kwijtgeraakt. Wat was dat voor iemand, dat wilt ge niet weten

    2) Wilt ge die begeuze kwijtgeraken? Verkoop ze dan op een 2dehandssite of doe ze naar de kringwinkel.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 May 2017 18:23
    0 reactie(s)

    kwijt, ik wil het ~ zijn
    (uitdr.)

    wordt gezegd als men iets vergeten is, men weet nog wel iets over het onderwerp maar niet heel precies meer.
    Men “wilt” het dus niet kwijt zijn, maar men “is” het kwijt.

    VD2015 online: Belgisch-Nederlands

    Het baby’tje heeft een dubbele naam… was het nu An-Sofie of An-Louise?…ik wil het kwijt zijn.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 03 May 2017 18:00
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.