Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) broekophouders (SN)
2) schouderbandjes van een BH
< Frans: bretelle
< Hoogduits brettil: teugel
1) Zijn broek hangt altijd tot op zijn hielen. Wij hebben hem mooie bretellen gekocht voor zijn verjaardag.
2) De bretel van haar BH was over haar linkerschouder omlaag gezakt.
macadam, betonbaan.
Mijn vader (°1905) gebruikte het woord frequent, maar ik denk dat de jongere generaties het steeds minder kennen.
Op een baan in kutbak is velorijden plezant. (Een macadamweg is comfortabel voor fietsers.)
elleboogzenuw, elektrisch beentje.
< Echt oud Brugs: van lang voor dit woord via het NN naar ons kwam in een andere betekenis.
‘k aan mè m’n kutje tegen de schowe gestoten. Ik stootte met mijn elleboogzenuw tegen de schouw.
Koortsblaas
Koortslip: Blaasjes op de lip t.g.v. koorts
zie ook kutsblaze
Die jongen kwam naar schole, maar hij had nog een kutspuste aan zijn mond.
koorstblaas
in prov. Antw.: keurtsblaas
Ik ben verkouden en voel kutsblazen opkomen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.