Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ik, sprekend in de derde persoon enkelvoud mannelijk. Wordt meestal gebruikt als er een tegenstelling is tussen de spreker (ik, mij) en de anderen (gij, zij)
mannelijk: den deze
vrouwelijk: de dees
zie ook bibi, mondeeke
vgl. die voor de derde persoon
NL: deze jongen hier
Zedde weeral met ou slijkvoeten binnengekomen? De dees zal het wel opkuisen…
Werkt nog maar wat door zenne mannekes, als golle daar goesting voor hebt: den deze gaat in zijne zetel ziten.
Chinezen, met alle ~ , maar niet met den deze
hechtpleister, tensoplast, hansaplast
zie ook spannendrap, sparredra
Geef me eens de sparadrap, het verbandgaas moet vervangen worden.
Een klassieke begroetingsvraag: (is/gaat) alles goed (met u)?
Hier se, de Jean. Allemaal goei?
aangename prikkelingen door te kittelen
Waarom moest dat jongentje heel den tijd alzo lachen? Och, zijn vader was zijn kittels aan ’t pakken.
aangename prikkelingen door te kittelen
Waarom moest dat jongentje heel den tijd alzo lachen? Och, zijn vader was zijn kittels aan ’t pakken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.