Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    bruin bier
    (vaste woordgroep)

    donker bier
    ook een bruine, een bruintje

    WNT: Bruin bier; het verkleinw. ter aanduiding van zekere hoeveelheid daarvan. In Zuid-Nederland.

    Klik op de afbeelding
    Gouden Carolus
    Bruin bier

    Kom, we gaan nog eens een bruin biereke drinken.

    We zullen maar naar huis gaan want hij weet van den bruinen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 25 Feb 2017 06:13
    4 reactie(s)

    bruin bier
    (vaste woordgroep)

    donker bier
    ook een bruine, een bruintje

    WNT: Bruin bier; het verkleinw. ter aanduiding van zekere hoeveelheid daarvan. In Zuid-Nederland.

    Klik op de afbeelding
    Gouden Carolus
    Bruin bier

    Kom, we gaan nog eens een bruin biereke drinken.

    We zullen maar naar huis gaan want hij weet van den bruinen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 25 Feb 2017 06:12
    4 reactie(s)

    bruin bier
    (vaste woordgroep)

    donker bier
    ook een bruine, een bruintje

    WNT: Bruin bier; het verkleinw. ter aanduiding van zekere hoeveelheid daarvan. In Zuid-Nederland.

    Klik op de afbeelding
    Gouden_Carolus
    Bruin bier

    Kom, we gaan nog eens een bruin biereke drinken.

    We zullen maar naar huis gaan want hij weet van den bruinen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 25 Feb 2017 06:12
    4 reactie(s)

    agauw
    (bijw.)

    algauw, versterking van gauw

    zie ook allegauw, allegaa

    WNT:
    A op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.
    Agauw komt van algauw = bijw. uit al + gauw: versterking van gauw. In het Zuiden (Tuerl.; Corn.-Vervliet; Joos 1900-1904; Teirl.).
    Zeer gewoon is al in den zin van reeds ook in verbinding met andere bijwoorden van tijd, als b. v.: al aanstonds, al dadelijk, al haast, al lang, al ras, al spoedig, al terstond, al voorloopig, al vroeg. Het maakt met elk van die woorden eene vaste en eigenaardige zegswijze uit. In een paar zulke uitdrukkingen is al met het woord zelf, door wijziging der beteekenis, tot eene eenheid samengesmolten, en wordt nu aaneen geschreven, t.w. in Aldra en Alvast.

    Kom, geeft dat agauw hier, ik zal da wel arrangeren.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 25 Feb 2017 06:01
    3 reactie(s)

    neuke
    (het ~, ~s)

    strikje, vlinderdas

    Diminutief van “neu”

    < Frans: le noeud

    Klik op de afbeelding
    Bundestagsfrack-fliege

    Uw neuke hangt scheef.

    Doet uwe neu nog maar eens aan, dat staat u plechtig voor het galafeest.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 25 Feb 2017 05:59
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.