Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bord, ook telloor, teljoor, taljoor
soorten: diepe (soep-) en platte talloren
< Frans: tailloir: hakbord
etymologie: “Het eerste voorkomen was in 1441 in de betekenis ‘schotel, vooral dienend voor het snijden van vlees’. Het wordt in Nederlandse dialecten ook gespeld als taljoor.” (N. van der Sijs (2006), Klein uitleenwoordenboek)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: gewestelijk: Bord, schotel, waarop vleesch wordt voorgesneden (verouderd); vervolgens, en dit is reeds in ’t Mnl. de gewone bet.: tafelbord, etensbord, bord.
- in een groot deel van Brab. en in het Land van Waas: taljoor; telloor, talloor
- in ’t Z.-O. van Vlaand.: talloore (vr.), teljer,
- In ’t Westvl.: (vr.) taljoore, teljoore.
Ik heb alles op mijn talloor opgegeten.
Hij heeft zijn talloor opgeten.
Neem eens talloren uit de kast! We gaan eten.
bord, ook telloor, teljoor, taljoor
soorten: diepe (soep-) en platte talloren
< Frans: tailloir: hakbord
etymologie: “Het eerste voorkomen was in 1441 in de betekenis ‘schotel, vooral dienend voor het snijden van vlees’. Het wordt in Nederlandse dialecten ook gespeld als taljoor.” (N. van der Sijs (2006), Klein uitleenwoordenboek)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: gewestelijk
Bord, schotel, waarop vleesch wordt voorgesneden (verouderd); vervolgens, en dit is reeds in ’t Mnl. de gewone bet.: tafelbord, etensbord, bord.
- in een groot deel van Brab. en in het Land van Waas: taljoor; telloor, talloor
- in ’t Z.-O. van Vlaand.: talloore (vr.), teljer,
- In ’t Westvl.: (vr.) taljoore, teljoore.
Ik heb alles op mijn talloor opgegeten.
Hij heeft zijn talloor opgeten.
Neem eens talloren uit de kast! We gaan eten.
lelijk
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
WNT: van mot: eigenlijk van stoffen, waarin de motten gevreten hebben
Zo’n mottige kleur dat dien auto heeft.
Mottig weer is het de laatste tijd. Eerst motregen dan rukwinden en daarna vriezen.
Eikes wat een mottige rok hebt gij aan?
Niet dat alles daar even prachtig is. Er zijn ook ondingen neergezet, zoals het MAS. Dat ding is zo lelijk dat de buurtbewoners sméken dat Arne Quinze daar een paar van die knalrode geblutste metalen miskleunen van Oostende naar Antwerpen verhuist. Whatever de aandacht van dat mottig gebouw afleidt is welkom. (Clement Peerens in De Morgen)
- lange overjas
- boeken- of sporttas
< Frans: casaque: een mantel die vroeger door mannen werd gedragen. Het woord zou van Persische oorsprong zijn.
ANW: jas, rok of kiel – archaïsch; alleen nog in uitdrukkingen in gebruik, vooral in België:
- zijn kazak keren; zie ook kazakkendraaier
- op iemands kazak zitten
WNT:
1) 16de E.: als soldatendracht: een lang overkleed, een lange overjas.
2) 19de E: in Vlaamsch-België: mansrok, jas, frak
- Kazak(ke): jas, groot overkleed voor mannen. De Bo (1873).
- Kazakke: alle mansoverkleed (den kiel uitgezonderd), Teirl., Zuid-Oostvl. Idiot.
Hij steekt (steken) de documenten en kaften in zijne kazak, doet zijne kazak aan en vertrekt naar zijn werk.
Iemand die ineens van houding verandert en totaal het tegenovergestelde doet van wat hij vroeger zei. Wordt bijvoorbeeld gezegd van iemand die van politieke partij verandert.
ook: kazakdraaier, zijn kazak keren, kazak
< Frans: tourner casaque.
Van Dale 2016 online: BE
Dië Guido is nen echte kazakkendraaier! Wie weet wat hij morgen weer gaat vertellen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.