Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
huisarts, dokter
zie ook: doktoor, meneer doktoor, huisdokter
vgl dokter van wacht
Onze dokteur is 77 jaar en wil blijkbaar van geen pensioen horen.
traditionele aanspreking van een huisarts
zie ook dokteur, doktoor, huisdokter
vgl dokter van wacht
“Een voordeel is dat er binnenkort nog maar één model zal overblijven omdat de solowerkende meneer doktoor wiens vrouw de administratie doet en de telefoon bedient, een curiosum zal zijn in het huisartslandschap van de 21ste eeuw.” (Knack 011116)
- dokter in de algemene geneeskunde
- dokter die zieke patiënten in een gezin behandeld
- huisarts
zie ook doktoor, dokteur, meneer doktoor, dokter van wacht
De huisdokter is aan huis geweest omdat ze te ziek is om haar eigen te verplaatsen.
De huisdokter heeft bloed getrokken bij hem.
Deze medicijnen zijn enkel te verkrijgen op voorschrift van de huisdokter.
dienstdoend arts, meestal een huisdokter
vgl: apotheker van wacht, huisartsenwachtpost
Taaladvies.net: standaardtaal in België
Hopelijk kan de dokter van wacht ons helpen.
dienstdoend arts, meestal een huisdokter
vgl: apotheker van wacht
Taaladvies.net: standaardtaal in België
Hopelijk kan de dokter van wacht ons helpen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.