Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kruisbes: zie aldaar voor overzicht
WNT: stekel, steker (Mnl) + beier: bees, bes, beze: in Z.-NL.
regio: Boom, ook Ninove
Trees, trees, stekerbees
èèt alle kapéllekes af geweest.
Z’èèt eer ewa g’at, z’èèt daur ewa g’at
én daurmee was Trezeke stekerbees zat.
Trees, trees, stekerbees
heeft langs alle kapelletjes geweest.
Ze heeft daar wat gehad (2x)
en daarmee was Treze Stekelbees zat.
(http://www.heemkringokegem.be/)
Die clementines zijn maar zuren brol, dat eet ik niet op.
uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul
uitspraak: /reucht/
WNT: RUIGTE:
Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.
Dat reucht heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.
Verrimpelde huid van te lang in het water te zitten
Zie ook pekes, oud ~vel, rozijnenvlees
Mijn tenen en vingers hebben rozijnenvel van te lang in het bad te zitten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.