Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afrossen, aftroeven, afranselen, aframmelen, afmotten
Onzen buurman peert z’n vrouw altijd af als hij met z’n zatte botte (botten, met zijn zatte ~) thuiskomt.
naar binnen gieten, vlotjes wegdrinken, uitdrinken
ook: naar binnen storten, gooien, smijten
samenstelling van binnen + kappen
Witte of rooie, maakt mij nie uit, als ’t ma goe binnenkapt.
Wat kappen ze hier nu binnen, se? De Jean! Maar dat is lang geleden.
iedereen
zie ook Jan en klein Piereke
Voor de laatste nieuw roddels moete bij de bakkersvrouw zijn, die kent God en klein pierke.
iedereen
zie ook Jan en klein Pierke
Voor de laatste nieuw roddels moete bij de bakkersvrouw zijn, die kent God en klein pierke.
stoer, arrogant
zie ook vrome daden, struis zijn, struis doen
Doe maar niet te vroom jah of ik toek (toeken) erop.
Ni te vroom, jom gij he, grote, want ge kunt wel es lelijk van uwe troon afvallen za.
Gaan we de vrome uithangen? Dimt (dimmen) al maar!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
