Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een bh (bustenhouder), soutien
samentrekking van tetten (borsten) en étagère (schab – rek)
zie ook tettegarage, schap, tettenzak
Op de wasdraad hingen de tettezjeirs te drogen in de zon.
beha
zie tettezjeir, soutien
Sabine, doe morgen een grotere tekkenzak aan. Uw borsten floepen er bijna uit.
snoep in de vorm van een kegeltje (rode of groene) hard van buiten, zacht van binnen door de geleiachtige siroop
zie ook: neuske, neuzeke, jeneverneus, cuberdon Leopold
Breng me van het snoepkraam eens een half pond neuzen mee.
demorgen.be: De Neuzekesoorlog: veel gedoe over een snoepje dat niet eens lekker is.
rode en paarse cuberdon
zie ook jeneverneus, neuzen, cuberdon Leopold
Een neuzeke is de benaming voor zowel de grote paarse als de kleine rode cuberdon.
De neuzekes zijn even oud als België zelf.
Conisch, rood-paars snoepje met een half hard omhulsel en een stroperige vulling met een aroma van framboos.
De cuberdon is een Belgische specialiteit maar door de beperkte houdbaarheid wordt de cuberdon niet geëxporteerd en is dus vrijwel alleen in België te verkrijgen.
In Vlaanderen vooral bekend als neuske, neuzen, neuzeke, jeneverneus, tsoepke, Gentse neus of topneus.
In Wallonië als chapeau de curé of pastoorshoed.
De cuberdon Leopold bestaat al sinds Leopold I koning van België werd en het snoepje is dus zo oud als België zelf. De franstaligen noemden het toen ‘bonnet de curé’.
De verbastering van ‘cul de bourdon’ werd in 2000 de wereld ingeroepen.
VD2014 online: Belgisch-Nederlands
Cuberdons eet men best zo vers mogelijk want na enkele weken versuikert de vulling.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.