Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    gesten hebben
    (uitdr.)

    streken hebben, veel show verkopen
    zie ook zjaar, zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot

    Antw: zjesten ebbe/emme
    Hageland: gest hebben

    Amai, die heeft nogal gesten; die komt hier met zijne chiquen auto een beetje showen zodat iedereen em gezien heeft.

    Helaba, een beetje dimmen misschien? Ge moet niet zoveel gesten hebben.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 21:30
    3 reactie(s)

    zjaarkloot
    (zn. m. mv.-kloten)

    aansteller, iemand die streken verkoopt

    zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme
    vgl gesten hebben

    Daar heb je die zjaarkloot weer met zijn nieuw bottekes en zijn opvallend kapsel.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 21:29
    0 reactie(s)

    zjaarwijf
    (het ~, ~ven)

    (meestal opgedirkt) meiske/vrouw met veel poeha, met nen hogen dunk van haar eigen

    mannelijke versie: zjaarkloot
    zie ook zjaar, zjaartrut, zjaaremme
    vgl gesten hebben

    Amai, hoort da zjaarwijf bezig, die denkt echt da ze het is.

    Dat zjaarwijf denkt dat ze het is, maar ik zen het.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 21:29
    1 reactie(s)

    zjaartrut
    (de ~ (v.), ~ten)

    meestal een opgedirkt meiske/vrouw met veel poeha, met nen hogen dunk van haar eigen

    zie ook zjaar, zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme
    vgl zjaarkloot, gesten hebben

    Alle maskes bij mij in de klas ware altijd van die zjaartrutte.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 21:28
    0 reactie(s)

    zjaar
    (de ~ (m.), geen mv. /zja:r/)

    hoge dunk, streken verkopen, een air hebben
    zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot, vgl gesten hebben

    > Fr. genre (= bepaalde soort)

    WNT: zjèren: afgel. zjaar:
    Wijze waarop iem. handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanh. steeds in de verb. groote zjèèr, groot vertoon. In de laatste aanh. in een zegsw.
    - Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, joos (1900-1904)
    - ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, corn.-vervl. (1903).

    Hij heeft nogal wat zjaar bij.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 14 Oct 2014 21:27
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.