Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Stommerik, lomperik.
Beledigende naam voor een jongen of man, voor een meisje of vrouw, zie kalf.
Lokale uitspraak: “wettel” of “weutel”.
Hij ging zonder kijken de straat op en botste tegen een stilstaande auto, wat ne wortel is dat zeg.
vreemd, wonderlijk, buitenissig, excentriek
Belgen veroveren het web met bevreemdende stop-motion ‘Imachinarium’. (De Morgen)
De vertaling bevat nogal wat Vlaamse uitdrukkingen en zinsconstructies die de Nederlandse lezer wellicht bevreemdend kunnen voorkomen. (Bevreemdende talen,
Nancy Seghers)
halfweg, in de helft van
Mijn zoon op weg naar het Zuiden, smste me deze namiddag: "mama, we zin nolverlinge de bane (de route, de weg).
’s middags
zie ook: snoens, noen, snoenes
Ze hebben hem ’s noenens gebeld.
versnellen in het lopen, rijden, stappen
WNT: bedr. en onz. zw. ww. Van ver- (V) met dapper. Niet in Mnl. W. Uitsluitend aangetroffen in Vl.-België.
- Verhevigen, versterken; feller, heviger, sterker worden.
“— Deez meedoogentheit, Zoo vérre van ’t opregt meedoogen afgespreit, Verdappert myn verdriet, doet de ongenucht vermeeren.” De Potter, Getr. Herd. 197 (1678).
- Versnellen, verhaasten; sneller worden.
Toen hij hem achterna zat, begon hij te verdapperen en kon hij hem inhalen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.