Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een persoon (of een dier) verzwakken, uitputten
zie ook aftrekken
VD2013 online: gewestelijk
Koorts, hitte, ziekte kunnen hard afhalen.
Klein model sleepboot, in de overgang van zeil~ naar motorvaart achter het schip gebonden voor de voortstuwing.
NL: opduwer.
Het gatstoemperke duwde twee bakskes voort over het kanaal naar Charleroi.
een soort van sandwichje met rozijnen – was voor de soldaten en is in het Antwerpse bij de bakkers nog wel gekend
zie ook piot
Piottenkoeken zijn een lekkernij met koffiekoeken en een koemmeke koffie.
rondzwerven, dolen, zwerven, doelloos verplaatsen
zn. tjoolder
zie ook rondtjolen, tsjooln
Antw. Kempen: sjozen, rondsjozen
WNT:
Voortgaan zonder dat men weet waar men terecht zal komen; soms met de bepaalde bijgedachte aan een trekken van plaats tot plaats, en dan zooveel als: zwerven. Alleen in Vlaanderen in gebruik.
Hij tjoolt door de straat, moederziel alleen.
Ze tjoolden van de een camping naar de ander om een slaapplaats te vinden.
“Sedertdien was ‘t een oneindig tjolen geweest van de eene hofsteê naar d’andere …, achter werk”, Streuvels (1899)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.