Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
verouderde term voor identiteitsbewijs; op het document zelf stond meestal ‘kaart van eenzelvigheid’
zie ook eenzelvigheid
Van Dale 2005: eenzelvigheidskaart
1. (vertaling van Fr. carte d’identité)
(Belgisch-Nederlands, verouderd) identiteitskaart, persoonsbewijs·
2. (in Ned., gedurende WO II) persoonsbewijs
WNT: Eenzelvigheidskaart:
identiteitskaart, persoonsbewijs. In Vl.-België.
Vraag me al wat ge wilt, maar ‘n eenzelvigheidskaart heb ik niet bij mij, FILLIAERT, Tijl’s Oog 84 (1939).
De eenzelvigheidskaart bestaat sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog. De Duitse bezetter had iedere inwoner ouder dan 16 jaar verplicht zulk een kaart bij zich te dragen. De naoorlogse Belgische regering was razend enthousiast over deze maatregel, zodat deze onverkort gehandhaafd bleef. (ravagedigitaal.org)
krulpasta
Kinderen eten graag krulspaghetti.
Van den avond eten we krulspaghetti met spek, champignons, olijven en roomsaus opgewerkt met cognac en vers gerapste (rapsen) Parmezaankaas.
Hoe noemt krulspaghetti in het schoon Italiaans nu weer?
er met zijn gedachten niet bij zijn.
Wat hij daar uitgespookt heeft, trekt op niet veel; hij is gemakkelijk van de werkeware weg.
wordt gezegd van iemand die tijdelijk moet veranderen van functie, maar ervoor zorgt dat hij na datum zijn vorige functie weer kan opnemen.
Die meneer is nu geschorst in zijn functie, maar hij zal wel de stoel warm houden.
uit de weg gaan
Ga eens van kant, de fanfare passeert dadelijk.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.