Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
alleen, zelfstandig
vergelijk alleen, op zijn ~
De Paul gaat niet mee naar de zee. Hij is in deze periode liever op zijn eigen.
Hunne zoon zit niet meer op hotel mama, hij is op zijn eigen gaan wonen.
Ge moogt de klein niet meer helpen met aankleden, ze wilt het op haar eigen doen.
Hij heeft die zaak helemaal op zijn eigen uit de grond gestampt.
Mijn dochter woont al 4 jaar op haar eigen.
zus
Zuster is SN, maar wordt in Nederland en in tussentaal bijna niet meer gebruikt.
Ik ben de zuster van de Jakke.
vliegenraam, hor.
Als je naar boven gaat, moet je nog het schrin in de kamers uithalen zei mijn schoonzuster.
schoonbroer en zwager zijn synoniemen en standaardtaal, “maar schoonbroer wordt hoofdzakelijk in België gebruikt, terwijl zwager vooral in Nederland gangbaar is.” (website taalunie)
< naar het voorbeeld van Frans ‘beau-frère’; beau was een term van hoffelijkheid en affectie
Daarom vind ik dat “schoonbroer” een plaatsje verdient in dit woordenboek.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.