Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
om zijn dwaast (zie: om ter)
“Bij slopestyle vertrekken de ‘riders’, want zo heten die dan, en glijden al meteen over een trapleuning, nog een trapleuning, doen een sprongetje, nog een sprongetje. Zodra ze beneden zijn, zetten ze een lullige muts op hun kop en kijken om ter dwaast.” Bron: Hans Vandeweghe in De Morgen: “Ontslagen bij Wielerbond na grap over Seppe Smits”
Hij zat boven mijne kop en we zaten eindelijk om ter dwaast naar mekaar te kijken. Dat noem ik nog ne keer een onvergetelijke waarneming zie! (Natuurforum Vlaanderen)
persoon die de voorgetekende diamant klieft alvorens het steentje verder wordt bewerkt
kortweg kliever
NL: diamantklover
zie ook diamantklieven, klieven
vgl snijder, briljanteerder, kruiswerker, briljanteerwerk, kruiswerk
Mijn zuster tekende de diamanten vooraleer de stenen naar de klievers gingen.
Vele diamantklievers zijn gestart met een leercontract in de diamantslijperij.
achter mekaar (tijdsbepaling), achtereen, op rij
zie root
VD2014 online: gewestelijk
Ze hebben vier weken te root moeten werken om het dak van het klooster te repareren.
rij
zie ook root, te ~
W-VL: rote
VD2014 online: gewestelijk
WNT: Modern lemma: root
— oudtijds, en nog thans dial. in Z.-Nederl. rote —, znw. vr. Mnl. rote; mnd., mhd. rote. Ontleend aan ofr. rote, route.
2. Rij. Nog thans in Z.-Nederl.
Eene rote boomen, De Bo (1873).
En heel root huizen is afgebrand Corn.-Vervl.
De kinderen staan in de root.
Enkele voetballers staan op een root als ze een ‘muurtje’ maken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.