Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    kot
    (het ~, ~en)

    hok, kleine ruimte voor opslag, schuurtje

    VD
    kot (het; kotten)
    1 klein armoedig huis
    2 hok, berghok, schuurtje, stal

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Mijn tuingerief staat in het kot.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Feb 2014 04:30
    0 reactie(s)

    kot
    (het ~, ~en)

    studentenkamer

    ook studentenkot
    zie ook kot, op ~ gaan; kot, op ~ zitten

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands

    Ik heb in mijne studententijd altijd op kot gezeten.

    Ik ga op kot in Kortrijk. In Leuven is de kwaliteit van de studentenkoten beter dan in Gent.

    Onze Fien zit op kot in Leuven, ik mis haar enorm.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Feb 2014 04:29
    2 reactie(s)

    kot, het ~ afbreken
    (uitdr.)

    er tegenaan gaan, tekeer gaan, uitbundig zijn
    (zowel positief als negatief)

    ook: breek het kot niet af

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Met de Neteparkfeesten hebben we het kot afgebroken. Het was zo plezant dat iedereen er mee vollen bak (bak, vollen ~ ) voor ging.

    Zeg mannekes breekt het kot niet af hé. Dat moet hier nog langer dan vandaag meegaan zenne!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Feb 2014 04:28
    1 reactie(s)

    kot, uit z'n ~ komen
    (uitdr.)

    voor de dag komen, uit z’n schulp kruipen: z’n verlegen, terughoudende of defensieve houding laten varen

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Als ge vanavond nog nen date wilt, zult ge toch stillekes aan uit u kot mogen komen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Feb 2014 04:26
    4 reactie(s)

    kolenmarchant
    (de ~, (m.), ~en)

    kolenboer, verkoper, handelaar in steenkool.

    Toen steeds meer huishoudens overgingen op een petroleumkachel en het koken op een gasvuur gebeurde, ging de kolenmarchant ook petroleum en butagas in flessen leveren. Met de komst van het aardgas na 1960 verdween het beroep.

    Kempen: hullenboer

    Mijn overgrootvader was de kolenmarchant van Lier.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Feb 2014 04:17
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.