Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zeer dun gesneden boterham met een weinig boter en nauwelijks beleg, vaak aangeboden door de Vlaamse meid van Frans-sprekende burgerij aan een gelegenheidstuinman van het platteland met de woorden “s’il vous plait”. De tuinman dacht dat die boterham dus een “silvoeplekke” was. Toen de recepties bij bruiloften ingang vonden in Vlaanderen, werden de aangeboden hapjes in het begin van die nieuwe gewoonte ook vaak silvoeplekkes genoemd.
uitspraak: silvoeplekke
Ik heb liever één arré dan tien silvoeplekkes.
dikke brij die overbleef na het ledigen van de aalput
Met de neus dichtgeknepen keken we afkerig over de rand naar de dikaard die op de bodem van de aalput was blijven liggen.
-op de buiten waar geen riolering was werd de menselijke ontlasting opgevangen in de aalput of beerput
De aalput werd manueel geledigd met een grote schep in de vorm van een pollepel aan een lange steel. Wat restte, noemde men de dikaard.
-op de buiten waar geen riolering was werd de menselijke ontlasting opgevangen in de aalput of beerput
De aalput werd manueel geledigd met een grote schep in de vorm van een pollepel aan een lange steel. Wat restte, noemde men de dikaard
-op de buiten waar geen riolering was werd de menselijke ontlasting opgevangen in de aalput of beerput
De aalput werd manueel geledigd met een grote schep in de vorm van een pollepel aan een lange steel. Wat restte, noemde men de dikaard
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.