Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afkorting van blokperiode
dit is de periode, voorafgaande aan de examens, waarin de studenten hun leerstof eigen maken
vgl blokbeest, blokken, van buiten ~
Het is gedaan met feesten want den blok komt eraan.
Tijdens de blok draait je hele leven even rond studeren.
vgl vlats,
Als ge nu ne zwats javelwater over de dals kapt (kappen), dan is dat groen (groene aanslag van de regen) drekt weg.
Af en toe moet ge in huis wel eens grote kuis doen. Dan moet ge er wel eens met een zwats doorgaan.
Niks te zeggen hebben. Moeten zwijgen.
Hoort hem weer bezig. Maar thuis heeft ie wel niks te piepen zulle!
voortdurend met het achterwerk over het zadel van een fiets schuiven omdat de fiets te groot is of het zadel te hoog staat
Kom manneke, ik zal je zadel wat laten zakken, dan moet je zo niet boteren. Dan kun je ook beter aan de trappers!
snikken, snotteren
Stop nu eens met dat gesnoter, ’t is allemaal vergeten en vergeven, ge snotert nu al een halve dag!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.