Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
warm
zie ook wam
Meer als 25 graden, dan ist echt te werrem.
Wam = warm, warmte
vergrotende trap: wammer = warmer
Het is niet zozeer jongerentaal maar het is typisch Kempisch. Jongeren nemen dat over van de ouderen en vinden dat heel normaal.
Vgl.: plopel ipv proper, rappesant ipv ramplaçant.
De zjattekes thee zijn te wam en morgen wordt het zonnig en wammer.
De stoof geeft veel wam (warmte) af.
contaminatie van spetsen en spatten
Ge moogt niet in de plassen springen want ge spatst uw heel broek onder!
een soort, op boterpapier, gebakken deegbolletjes.
Dit snoepgoed werd verkocht op kermissen en in de snoepwinkeltjes
Volgens verschillende bronnen waren nobbelewitjes ook snoep, een soort poffertjes die verkocht werden op de Sinksenfoor (de Bon)
regio Lint
http://www.heemkringlint.net/musea.htm
http://www.kempenkookt.be/homeblog/recept
In het schab van de snoepwinkel lagen naast de nobbelewitjes ook strontcaramellen, affairekes, bakkesvol, schippekevèren en pomme d’amour.
1. niets, niksmendalle
2. naar de vaantjes
3. men kan ook een man bij zijn nobbelewitjes hebben, dan is hij bedrogen of dik gezien (gezien zijn)
1. Ik wil, ik wil, gij hebt niks te willen! Dat kunt ge krijgen sè: “Nobbelewitjes”! (met de wijsvinger onder de neus).
2. Ik had er beter afgebleven, nu is het helemaal naar de nobbelewitjes!
3. De Paul dacht dat hij de occasie van zijn leven deed, maar ze hebben hem, ocharme, bij zijn nobbelewitjes gehad … na een week stond zijn bakske in panne.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.