Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een zeer corpulent vrouwelijk persoon
Woordenboek der Nederlandse Taal: Kwakkel,
1°. eene vrouw die al kwakkelend loopt (”’En kwakkel van e wijf”, Cornelissen-Vervliet (1899))
2°. eene babbelaarster (Joos (1900-1904))
zie andere definities van kwakkel
Mijn jongste zus, 1.60m groot en 110 kg zwaar, is een kwakkel. Wanneer ze stapt (stappen), kwakkelt ze van links naar rechts gelijk een gans.
iemand die alles verkeerd doet
NL: een ziekelijk iemand, (die kwakkelt)
zie andere definities van kwakkel
Die kwakkel heeft het hem weer gelapt, alles is weer verkeerd aan elkaar gezet.
verkeerd bericht, een roddel
NL: (uit het Frans) canard=verzonnen krantenbericht
Van Dale 1995: in België
zie ook beuzelpraat, zever en andere definities van kwakkel
Dat gelooft ge toch niet zeker, die kwakkel.
Dat een president in België niet mogelijk zou zijn is een kwakkel van politici.
stokdoof
Met een kwakkel (of kwekkel) wordt een kwartel bedoeld, waarschijnlijk genoemd naar het geluid van zijn slag.
AN: zo doof als een kwartel
< Middelnederlands: quackel(e): kwakkel, oudste attestatie: Limburg, 1240
etymologiebank: Zoo doof als een kwartel (of een kwakkel),
d.w.z. zeer doof, stokdoof; potdoof, zoo doof als een pot (die ooren heeft en niet hoort; fr. sourd comme un pot. Eene sedert de 16de eeuw voorkomende uitdrukking.
Zij is zoo doof als een quartel, zij is heel doof; Waasch Idioticum.
De kwartel behoort tot één van die dieren, welke, wanneer zij angstig worden, stil op den grond ineengedoken blijven zitten, zoodat men er wel op kan trappen, zonder dat zij zich verroeren, of een geweer vlak bij hen kan afschieten, zonder dat zij opvliegen, zóózeer zijn ze door schrik en angst bevangen, is het niet onmogelijk, dat men ze voor doof heeft gehouden.
ook in de provincie Antwerpen, Waasland
Geen idee hoe ze op “zo doof als een kwakkel” gekomen zijn, ervan uitgaande dat kwartels net zo goed kunnen horen als andere vogels.
Ik geloof dat ik in mijnen jonge tijd een beetje te straf oep gank gegaan ben want nu hoor ik minder goed en nu zitten ze allemaal met mij te lachen dat ik nog zo doof als een kwakkel word.
- gutsen, gulpen, plots naar buiten stromen, meestal in combinatie met “eruit” (onovergankelijk,m.b.o. min of meer vloeibare stoffen)
- neerploffen, zwaar neervallen (onovergankelijk)
- laten vallen, neergooien (overgankelijk)
- klotsen, kwakken
AN: kwakken
- De bokaal viel op de grond en de mosterd kwatste eruit.
- De Gutte was weer zo zat als iets en bij ’t buitengaan strunkelde hij over de mat en kwatste hij gelijk ne zak patatten tegen de grond. (zie strunkelen)
- Toen hij thuiskwam kwatste hij zijn bazas daar henne en zei koleirig: “Ze gaan me buitensmijten, morgen is ’t mijn laatste dag op ’t werk.” (Zie ook daar henne)
- Niet zo wild ingieten, de limonade kwatst in en uit het glas.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.