Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) slijk
2) bijeengekoekt nat vuil
Haal eerst het krot van tussen de voren (voor) van uw schoen uit vooral eer ge binnen komt. Anders kan ik terug gaan kuisen.
Die pompoen heeft in het krot gelegen, kuist die eerst wat af met water (afkuisen).
Om naar die fuif te gaan doe ik geen nieuwe schoenen aan. Om ze te laten verenneweren door die krot zeker?
ritselen, wemelen
ook: niet kunnen stilzitten
Zitten hier muizen? Ik hoor iets wezzeren in die kast.
Is dat nu gedaan met uw gewezzer; ik word er horendul van!
samenklitten, bijeenproppen
De trui is te heet gewassen en nu is de wol helemaal bijeengekoekt.
Vilt is bijeengekoekte wol.
Ze had zo hard gewezzerd (wezzeren) in haar bed dat haar haren vanachter bijeengekoekt zijn.
groef
De voren van uw schoenen zitten vol krot.
De voren van uw autobanden zet ge bekanst niet meer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.