Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vakvereniging, werknemersvereniging, vakorganisatie of syndicaat
In België:
ontstaan in 1842: ALCIT, een vereniging van typografen in Brussel. Tot eind 19de eeuw werden die verenigingen “kapellen” genoemd.
1) zijn vakbonden echter bij bijzondere bepaling géén rechtspersoon.
2) Wat de verplichte organisatie van werknemers binnen een vakbeweging betreft, is er in België de wet van 24 mei 1921 op de verenigingsvrijheid, die expliciet de negatieve verenigingsvrijheid beschermt, dus de vrijheid om niet lid te worden van een vakbond.
3) De syndicalisatiegraad bedraagt 54% (in de leeftijd 15-64 jaar), wat een van de hoogste percentages ter wereld is.
In Nederland:
1) Vakbonden hebben over het algemeen de rechtsvorm van een vereniging.
2) Het systeem van verplicht lidmaatschap van een vakbond is daar niet populair.
3) slechts 25´% (15-64 jaar) aangesloten bij een vakbond (“georganiseerd”).
zie ook vakbondscentrale, vakbondsmilitant, vakbondsfront, gemeenschappelijk ~
De vakbonden kunnen een minimumprijs voor arbeid en sociale bescherming afdwingen voor hun leden.
meestal negatief gebruikt en met ‘me/mie’ (me/mij)
iemand (meestal verwijzend naar de spreker zelf) (niet) onbekend overkomen, gezegd van personen
bekend voorkomen: ge komt mij bekend voor
ochtendshift bijv. van verpleegkundigen, bewakers, fabrieksarbeiders e.d.
ook de vroege(s)
zie ook laten
ochtendshift bijv. van verpleegkundigen, bewakers, fabrieksarbeiders e.d.
ook de vroege(s)
zie ook laten
avondshift van bijv. verpleegkundigen, bewakers, fabrieksarbeiders e.d.
ook de late(s)
zie ook: vroegen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.