Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wordt gezegd van een vrouw wier menstruatie niet op de gewone datum komt
Ik ben al 7 dagen overtijd, hopelijk lukt het deze keer en krijgen we een kindje, zei de vrouw.
niet zo lang geleden
WNT: overtijd met den klemt. op Tijd.
Over (voor) eenigen tijd, een poos geleden.
In Brabant en Vlaanderen zeer gewoon.
Hij heeft overtijds nog in de stad geweest, en nu is hij dood, DE BO (1873).
Overtijd heb ik de Paul met zijn klein mannen nog gezien.
iemand die nogal durft, op het onbeleefde af, vrijpostig
zie ook gassreerd
Hij is nogal ge-asreerd die gast, hij kwam hier zomaar via de achterdeur naar binnen.
poken, peuteren, keuteren, koteren
De stove brandt niet goed, kottert maar ne keer.
wroeten, peuteren met behulp van een stok of iets dergelijks. (In uw oren keuteren, de “hoellestoof” opkeuteren of uit m’n kindertijd: een mierennest openkeuteren)
Ik had mijn autosleutels in het putje laten vallen. Ik heb nogal gekeuterd, eer ik ze weer terug had.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.