Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
niet gesloten (een deur, slot,…)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
Vroeg Middelnederlands Woordenboek: Oudste attestatie: Tongeren, Limburg, 1277
Middelnederlands Woordenboek: Mnd. ndd. los (loss)
Om dit te maken los, so dede den coninc houwen den bos optie zee, Velth. III, 33, 47, Brabant, 1317-1325.
zie andere definities van los
Toen ik vanmorgend aankwam was de deur los. Wie heeft er gisterenavond afgesloten?
Als ge in een studentenstad uwe fiets los tegen de gevel zet, is em na tien minuten gegarandeerd weg.
onverharde landweg tussen de velden en/of weides
Vermoedelijk een relatie met het juridisch gebruikte ‘losweg’
Woordenboek der Nederlandse Taal:
Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaanderen.
- Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
Samenst. Landlos (de bo 1873)
zie andere definities van los
Dat is ne schone (schoon) los om op te galopperen.
onverharde landweg tussen de velden en/of weides
Vermoedelijk een relatie met het juridisch gebruikte ‘losweg’
Woordenboek der Nederlandse Taal:
Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaanderen.
- Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
Samenst. Landlos (de bo 1873)
zie andere definities van los
Dat is ne schone (schoon) los om op te galopperen.
onverharde landweg tussen de velden en/of weides
Vermoedelijk een relatie met het juridisch gebruikte ‘losweg’
Woordenboek der Nederlandse Taal:
Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaanderen.
- Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
Samenst. Landlos (de bo 1873)
Dat is ne schone (schoon) los om op te galopperen.
moeiteloos, zonder enige inspanning, vanzelf
zie andere definities van los
Een atlete gelijk Vlasic springt op training los over ne meter 89.
Toen da den auto ene keer uit den bocht was gevlogen ging het rap: eerst nog wa door de wei en toens los op nen boom. Op slag dood.
Het gebruik van canabis legaliseren? Dat gaat er los over!
Hij sjotte (sjotten) den bal los het kader in.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.